653 Views
In september 1907 kreeg de pas afgestudeerde Leo Vindevogel (1888-1945) een benoeming als onderwijzer in de taalgrensstad Ronse. Al na korte tijd werd hij secretaris van de jonge Christen Volksbond. Vindevogel combineerde zijn radicaal flamingantisme met een progressief sociaal christelijk programma. Hierdoor kwam hij al vlug in aanvaring met de machtige en invloedrijke Franstalige katholieke burgerij van Ronse.
Na de Grote Wereldbrand wierp Vindevogel zich met overtuiging in de politiek en was hij actief als gemeenteraadslid, schepen van Onderwijs en volksvertegenwoordiger. In de jaren 1930 was Vindevogel zonder meer de meest bekende en invloedrijke politicus van de Vlaamse Ardennen. Na de voor de katholieke partij rampzalige parlementsverkiezingen van mei 1936 droomde hij van een brede concentratie van rechtse en katholieke politici.
Tijdens de tweede Duitse bezetting was Leo Vindevogel oorlogsburgemeester van Ronse.
Ondanks het feit van twee tegenstrijdige vonnissen en tal van onbeantwoord gebleven vragen, werd hij op 25 september 1945 geëxecuteerd. Hij was de enige Belgische volksvertegenwoordiger die dat lot onderging.
Enkele stemmen naar aanleiding van het verschijnen:
Professor Hendrik Vuye: “Het is een meesterwerk.”
Karl Drabbe in Doorbraak: “Pieter Jan Verstraete heeft het weer gedaan.”
Simon Demeulemeester in Knack: “Het is Verstraetes grote verdienste dat hij Vindevogel niet zwart-wit benadert.”