In zijn dagboek schrijft François onder meer over de tocht van het Legioen door partizanengebied, de frontgevechten in de bossen rond Leningrad waaraan hij deelnam, zijn taak als logistiek officier, zijn diverse ontmoetingen met Duitse officieren, alsook met de lokale bevolking, en zijn belevenissen als gids van Hans-Albert von Lettow-Vorbeck, die kortstondig commandant was van het Vlaamsch Legioen.