Terecht stelt Perry Pierik in zijn inleiding dat de Vierjahresplannen van de nationaalsocialistische economie een onderbelicht en verwaarloosd thema in de NS-geschiedschrijving vormen. Nog steeds geldt het boek van Dieter Petzina, Autarkiepolitik im Dritten Reich als het standaardwerk bij uitstek. Dat boek verscheen echter al in 1968… Het hele plan kwam voort uit het feit dat de nazi’s begrepen dat zij een stabiele oorlogseconomie nodig hadden. De lessen uit de Eerste Wereldoorlog speelden hierbij een belangrijke rol. Duitsland toonde zich toen kwetsbaar. Een nieuwe oorlog diende aan deze kwetsbaarheid een einde te maken en voor stabiele grenzen te zorgen.
Aan de basis vandeze plannen lag de autarkische gedachte, waardoor Berlijn geen kolonies nodig zou hebben en onafhankelijk zou zijn van de Angelsaksische wereld (World Island). Vanaf 1933 werd er steeds nauwer samengewerkt tussen industrie en de strijdkrachten. Feit dat een belangrijke invloed zou hebben op de Duitse militaire successen vanaf de nazomer van 1939. De plannen brachten wapens en materiaal voort om de Blitzkrieg maximaal te kunnen laten draaien. Ook waren de successen voor een groot deel te danken aan het feit dat geen enkele Blitzkrieg langer dan zes weken duurde. Pas met Unternehmen Barbarossa, het mega-offensief tegen Sovjet-Rusland, liep het mis. Een snelle overwinning bleef uit en de Duitse oorlogseconomie was te onstabiel voor een langdurige oorlog. Pas met de komst van Albert Speer, begin 1942, zou de hele economie op oorlogsvoet geschoeid worden. Maar de resultaten op het slagveld waren pas vanaf het voorjaar van 1943 toonbaar. Toen was het Vierjahresplan allang voorbijgestreefd. De Duitse legers hadden al geruime tijd te kampen met twee grote nadelen: te weinig (soldaten, bevoorrading en wapens) en te laat (aan het front). Bovendien was de Duitse oorlogseconomie niet voorzien op een meerfrontenoorlog en had ze meer en meer te lijden onder de bombardementen.
Eerder al verschenen bij Aspekt de jaargangen 1938 en 1939 van Der Vierjahresplan in facsimiledruk. Thans volgen de jaargangen 1940 en 1941. Uitgever Perry Pierik heeft heel wat moeite ondernomen om een zo goed als volledige collectie (hier en daar ontbreekt een nummer) op de kop te kunnen tikken. De meeste nummers vond hij in de stadsbibliotheek van Trier. Samen geeft de collectie een goed beeld van een van de grondpijlers van de nationaalsocialistische leer; namelijk het verkrijgen van Lebensraum in Europa.
Het tijdschrift zelf werd heel verzorgd uitgegeven met heel veel geïllustreerde (sommige zelfs in kleur) advertenties waarin vooral allerhande wapentuig en landbouwmachines aangeprezen worden. Het tijdschrift staat ook vol statistieken.
Der Vierjahresplan was het naamkaartje van de Duitse industrie dat over de hele wereld indruk diende te maken. Ideaal voor studenten en publicisten die de nazi-economie nader onder de loep willen nemen. De letterlijk gewichtige boekdelen zijn op het eerste gezicht weliswaar prijzig te noemen maar gezien hun omvang is dat wel gerechtvaardigd. Bedenk dat een enkel nummer algauw antiquarisch 15 à 20 euro kost. De boekwerken werden bovendien op zuurvrij papier gedrukt.
Der Vierjahresplan 1940 (1100 blz., 89,95 euro) en 1941 (956 blz., 99,95 euro), Soesterberg, Aspekt, 2020. Telkens met een inleiding van de hand van Perry Pierik.